De Algemene Amsterdamse Studenten Roeivereniging Skøll is in 1966 opgericht en heeft sindsdien een rijke traditie opgebouwd. Skøll groeit nog steeds en telt inmiddels zo’n 1.200 leden, die studeren aan universiteiten en hogescholen in Amsterdam en omgeving.
Het botenhuis aan de Jan Vroegopsingel 6 is in 1995 door de UvA overgedragen aan Skøll. De A.A.S.R. Skøll is tegenwoordig een volledig zelfstandige vereniging die gesteund wordt door de SSA, het overkoepelende orgaan van de UvA voor alle studentensportverenigingen in Amsterdam.
Leden van Skøll krijgen de kans om zich sportief, sociaal en organisatorisch te ontwikkelen met de invulling van hun lidmaatschap bij Skøll. Het doel van de vereniging is het aanbieden van de roeisport op alle niveaus aan een zo breed mogelijke groep studenten. Dit doet de vereniging onder het motto dat niets anders dan je eigen talent en motivatie je mag verhinderen het hoogst haalbare uit jezelf te halen op Skøll. Om dit doel te bewerkstelligen streeft de vereniging ernaar roeifaciliteiten van topkwaliteit aan te kunnen bieden. Skøll heeft momenteel een grote vloot aan de Amstel en op de bosbaan en beschikt over een professionele ergo- en krachtruimte met uitzicht over de Amstel. Onder begeleiding van gemotiveerde, vrijwillige coachteams en drie ervaren professionele coaches behalen onze fanatieke roeiers vele topprestaties. Zowel op nationaal, internationaal en Olympisch niveau doet onze wedstrijdsectie mee. In Athene (2004) zijn er vijf Skølllies gestart en zij zijn met één zilveren en vier bronzen plakken thuis gekomen. Bij de Olympische Spelen in Peking (2008) lagen er drie leden aan de start, waarvan er twee zilver wonnen. In London (2012) was Skøll de hofleverancier van de Bond door maar liefst 7 Skøllies af te vaardigen. Twee van hen haalden brons. In Rio de Janeiro (2016) zijn er vier Skøllies én onze profcoach gestart op de Spelen. Ze namen een zilveren en een bronzen medaille mee naar huis. In Tokyo lagen drie Skøllies aan de start.
Niet alleen op het water, maar ook in onze grote sociëteit zijn Skøllies zeer actief. De vereniging draait volledig op vrijwilligers, die in ruim 50 commissies actief zijn. Deze commissies organiseren jaarlijks feesten, diners, wedstrijden en zakelijke evenementen. Skøll organiseert de grootste competitiewedstrijd van Nederland, de Skøll Cup. Tevens is Skøll medeorganisator met De Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging 'De Maas' en De Koninklijke Nederlandsche Zeil- & Roeivereeniging te Muiden van de oudste internationale roeiwedstrijd in Nederland; de Koninklijke-Holland Beker.
Inmiddels is de A.A.S.R. Skøll haar 56e bestaansjaar ingeslagen. Vergeleken met andere verenigingen is Skøll nog jong, maar terugkijkend op de prestaties die in relatief korte tijd behaald zijn is Skøll een grote speler in de Nederlandse roeiwereld. Onder leiding van het jaarlijks wisselende 10-koppige bestuur en de vele betrokken en gepassioneerde leden en oud-leden zal de vereniging er alles aan doen om te blijven floreren in het wedstrijdroeien en club- en competitieroeien. Met daarnaast een bruisend verenigingsleven en een hechte verenigingscultuur, kan niets anders dan trots het gevoel zijn waarmee u als lezer over onze historie zult lezen. Skøll, al ruim 55 jaar een begrip aan de Amstel.
Bekijk hieronder de geschiedenis in de verschillende lustra.
De afdeling roeien van de Universitaire Sportvereniging (US) komt eraan. Op 3 november 1966 richten Rob Kok (Vervoorn), Eveline Boudewijn, Mieke Melief, Jacques van de Berg en Felix van der Velde de roeivereniging US Skøll op. Bij de KNRB wordt een aanvraag voor toetreding tot de bond ingediend, echter deze moet voor 1 november binnen zijn. Net te laat dus. Dientengevolge, zal in het wedstrijd-seizoen 1967 nog niet gestart worden door Skøll. Nadat de inschrijving is geopend heeft Skøll al snel 30 leden. De gemeente had in 1966 toegezegd dat Skøll de accommodatie bij de Berlagebrug mag gebruiken, het officiële contract is echter nog steeds niet getekend. De leden kunnen dus nergens terecht. Een soort bestorming van het gemeentehuis volgt en in april 1967 kan eindelijk een start gemaakt worden met het roeien in gemeenteboten bij de Berlagebrug. Stilos (roeigebeuren voor personeel UvA en voor hen die af en toe gebruik willen maken van materiaal, zonder lid van Skøll te worden) wordt bestookt met aanvragen om subsidie voor wedstrijdboten. Skøll koopt zelf een twee-met (de Woelwatel) en vervolgens krijgt Skøll van Stilos de toezegging dat zij een vier en een acht zullen kopen, die Skøll zal kunnen lenen. Een botendoop voor de vier (Universiteit van Amsterdam) en de acht (Skøll) worden georganiseerd. Een groot aantal hoge heren is uitgenodigd: leden van het College van Bestuur, de wethouder van sportzaken (Verheij), de Dienst Bouw en Huisvesting, Bureau Studenten Sport, universiteitsartsen, de US, de Folia, Civitas etc. De boten komen niet op tijd over uit Duitsland. Er worden twee boten van Nereus geleend, die pro forma gedoopt worden, zo komen de hoge heren niet voor niets. Prof. Gerding en wethouder Verheij dopen de twee-met, vier en acht. Op de eerste Algemene Vergadering wordt US Skøll, afdeling van de Universitaire Sportvereniging, definitief omgedoopt in de A.A.S.R. Skøll en daarmee zelfstandig. Ook het tenue wordt bepaald. De Skøllkleding bestaat uit een Skøllshirt en het bestuur en de wedstrijd-roeiers hebben een wit jasje, met rood koord afgebiesd. Bij dit jasje wordt een Skøllstropdas gedragen, deze is rood met een wit Skøllvikingschip. Ook is er een Skøllshawl, links rood en rechts wit. Voordat Skøll zich kan aansluiten bij de KNRB, moet er helaas een wijziging in het tenue komen. Het tenue moet voldoende afwijken van een andere bij de KNRB aangesloten vereniging. Op 15 december 1967 sluit Skøll zich uiteindelijk bij de KNRB aan, op voordracht van Gyas, De Amstel en Nereus. In seizoen 1968 start er een Skøll-acht en een Skøll/ RIC-acht. Eén seizoen later in 1969 starten er reeds drie herenachten (2 zware en 1 lichte). De zware senioren B vier met (Ad Westerhuis, Jacques van de Berg, Bas van Drooge, Rob Kok) behaalt in 1968 drie overwinningen, onder andere op de internationale Koninklijke-Holland Beker op de Bosbaan. In 1969 wordt Ad Westerhuis in de twee-met Nederlands kampioen en wordt hij uitgezonden naar het EK in Klagenfurt, waar een vijfde plaats in de kleine finale wordt behaald. De Olympische Spelen in Mexico worden op enkele seconden gemist. D’Onderlinghe wedstrijden worden tweemaal per jaar verroeid, waarvan er één op de Dies gehouden wordt. Een vast onderdeel hierbij is de wedstrijd tussen het nieuwe en het oude bestuur. Skøll heeft vooralsnog geen eigen sociëteit. Borrels worden georganiseerd in café Hesp, iedere donderdag vanaf 17.30 uur. Feesten zijn vaak op andere roeiverenigingen, zoals De Amstel en Poseidon. Door de uitbundige groei van Skøll ontstaat de behoefte aan een eigen loodsruimte en een eigen sociëteit. De universiteit stelt een bedrag van vijf ton beschikbaar voor het bouwen van een botenhuis. Daar Ondine geen geld heeft om een botenhuis te bouwen neemt Skøll een optie van roeivereniging Ondine over en verkrijgt daarmee een stuk grond langs de Amstel. Skøll stelt een aantal minimum wensen op m.b.t. het gebouw: een loods, kleedkamers en een eigen sociëteit, waarbij het geheel plaats moet kunnen bieden aan maximaal 200 tot 250 leden. De universiteit maakt van de bouw echter een prestigeobject: personeel van de universiteit moet er ook kunnen roeien en dus moet het gebouw plaats bieden aan maximaal 750 personen.Op last van de universiteit wordt een fusie met Nereus besproken, vanwege de financiële voordelen van twee verenigingen in één pand (of twee panden). Door de problemen over de geldverdeling en een zeer uiteenlopende identiteit willen de beide verenigingen niet fuseren. De universiteit besluit een gebouw te laten bouwen, waarin Skøll en Stilos samen zullen komen: het Universitair Botenhuis. Skøll gaat het botenhuis huren van de universiteit. Van ieder lid wordt vanaf nu een extra bijdrage gevraagd in de contributie. De uren waarop er Stilos-instructie is, deelt Skøll het gebouw met hen. De rest van de tijd is het gebouw voor Skøll alleen. Jarenlang zal Skøll het gebouw zonder contract huren, wegens onenigheid over het gebruiksreglement, waarover jaren besprekingen worden gevoerd. Op 22 februari 1971 wordt de eerste paal van het Universitair Botenhuis in de grond geslagen door Rob Kok en Felix van der Velde. |
De A.A.S.R. Skøll viert haar eerste lustrum op eenvoudige wijze. Op de vijfde Dies worden er Onderlinghe wedstrijden gehouden, waarna er ’s avonds een borrel en feestelijke maaltijd volgen. De avond wordt afgesloten met het cabaret van Ivo de Wijs.
Begin jaren zeventig telt Skøll per jaar gemiddeld 20 wedstrijdroeiers. In verband met tegenvallende resultaten, wordt het eerste beleidsplan wedstrijdroeien geschreven. Een aantal bestuursleden zal zitting nemen in de coach vergadering en het bestuur adviseert wedstrijdroeiers hun studieactiviteiten in de winter te plannen.
In het seizoen 1972 vraagt Skøll toestemming om de Varsity te starten. Dit wordt door alle verenigingen van de KNSRB afgewezen. Een jaar later is de Varsity op proef een open wedstrijd voor alle studentenroeiverenigingen.
In 1973 wordt een materiaalcommissie in het leven geroepen. Deze zal sindsdien niet meer uit de organisatie van Skøll zijn weg te denken. In de beginperiode had de commissie met de materiaalcommissaris als taak de aanschaf van boten, met name wedstrijdboten. Deze werden op de bonnefooi gekocht. Het onderhoud werd uitgevoerd door de bootsman van Nereus.
De lichte nieuwelingen vier-met behaalt in 1975 de eerste Varsity overwinning. In dat jaar worden 11 kwalificerende blikken behaald, door 13 roeiers. De dames vier met Will Femer en Jaaike Bouhuys vormen een combinatie met Okeanos en zij komen uit in Duisburg, maar worden laatste.
Er zijn aardig wat roeiers die fanatiek willen roeien, maar geen tijd of zin hebben om te wedstrijdroeien. In 1974 organiseert Skøll voor deze groep roeiers, die dan semi-wedstrijdroeiers genoemd worden, een aparte wedstrijd: de eerste Coupe Nationale des Semi-rameurs. Met 26 inschrijvingen was het toernooi een groot succes. De lijn wordt door de Amsterdamse Roeibond (ARB) doorgezet, door de organisatie van de ARB-regiowedstrijden. Vier keer per seizoen kunnen er wedstrijdjes geroeid worden tegen andere verenigingen in de regio (competitieroeien). De slotwedstrijden worden in dit gebeuren georganiseerd door Skøll. Met de introductie van het zogenaamde semi-wedstrijdroeien, groeide de behoefte aan coaches. Het bestuur organiseerde de basis coachcursus om oud-roeiers op te leiden in het aanleren van de roeihaal.
Het tweede lustrum in 1976 wordt geopend met een tienkamp, een maaltijd en een feest met band ‘The Fuse’. Op 19 en 20 juni 1976 wordt er een speciaal lustrum semi-toernooi georganiseerd, met een uitgebreid programma na de wedstrijden. Ondanks de drastische daling van het aantal wedstrijdroeiers, worden er in 1976 toch nog 18 blikken getrokken.
Gebrek aan continuïteit in het beleid en interne problemen in het bestuur, maken dat een groep goede roeiers vertrekt naar Nereus. Door gebrek aan boten en het ontbreken van coaches en een structurele aanpak van het wedstrijdroeien, duurt de leegloop voort. Het ledental van Skøll bereikt in 1977 een dieptepunt. Met 110 leden wordt er over gedacht de boel op te heffen. Een aantal enthousiaste leden richt een herstructureringscommissie op en probeert de organisatie binnen Skøll te herstructureren en nieuw leven in te blazen. Bestuursleden en commissieleden krijgen een duidelijke taakomschrijving en er wordt een Blwerb uitgebracht met de besprekingen van de herstructureringscommissie. Het overgrote deel van de herstructureringscommissie neemt in het volgende jaar zitting in het bestuur. De betrekkingen met de universiteit worden weer aangehaald, oud leden worden actief bij de vereniging betrokken i.v.m. kennisoverdracht op de nieuwe leden. De populariteit van het competitieroeien schiet omhoog. Vele taarten worden gewonnen bij de ARB-regio wedstrijden.
In november 1977 wordt een oud-ledenvereniging opgericht: de Skøll Oud Leden-vereniging, Søl. Het karakter van Søl is vrijblijvend. De vereniging krijgt bewust nog geen statuten en huishoudelijk reglement. De populariteit van het competitieroeien neemt nog steeds verder toe, zowel op Skøll als daarbuiten. Het ontstaan van het clubroeien was een logische stap vooruit in het dichten van het gat tussen regio- en wedstrijdroeien. Vanaf 1979 komt er dan ook een nieuwe divisie op de Heineken en de Head of the River, het heren clubacht veld. Skøll wint direct de beker. In 1980 komt er op verzoek van Skøll een dames clubquadruple op de Heineken. Skøll looft voor dit nummer een wisselbeker uit en kan hem nog hetzelfde jaar in haar prijzenkast zetten. In 1981 wordt zowel de Heineken als de Head door de dames clubquadruple gewonnen. Skøll is in deze periode berucht om haar sterke clubploegen.
Eind jaren zeventig werd in verband met geldgebrek actie gevoerd, waarbij leden werden aangespoord geld te doneren, dat ten goede zou komen aan de aanschaf van materiaal. In 1980 werd van de opbrengst van de skiffactie, 2.000 gulden, de Jan Kok gekocht. Het lustrum wordt in 1981 gevierd met een toertocht, een borrel, een lustrummaaltijd, een magische hypnose voorstelling en een groots lustrumfeest.
Een kleine groep wedstrijdroeiers haalt in 1982 acht blikken binnen. Een jaar later telt Skøll 16 wedstrijdroeiers. Door middel van een lage trainingseis wil men meer roeiers trekken, maar tegelijkertijd bestaat er een groot tekort aan coaches en op het informatie stencil voor nieuwe leden wordt met geen woord gerept over wedstrijdroeien. Langzaamaan groeit het besef dat wedstrijdroeien een positieve invloed op de vereniging kan hebben, maar afgezien van de bewustwording gebeurt er weinig. De problemen stapelen zich op. Een groot tekort aan coaches, ad hoc beslissingen van de coach vergadering en een wedstrijdcommissaris die opstapt, resultueren in één kwalificerend blik in het seizoen 1984.
In 1985 wordt de wedstrijdafstand voor dames (tot dan toe 1.000 meter) gelijk gesteld aan die voor de heren, te weten 2.000 meter. Tevens worden voor het WK lichte nummers uitgeschreven. Het aantal regioploegen is dalende, daarmee ook de successen. Het succes van het semi-wedstrijd toernooi, georganiseerd door Skøll, is tanende. Nadat in 1984 het toernooi in het weekend van de Amsterdam Anders geen succes was gebleken, ging men over tot het organiseren van de Omvalbeker, in samenwerking met Nereus. Ook dit was geen succes en Skøll raakt haar jaarlijkse wedstrijd kwijt.
Door de oprichting van de boten-aankoop-planning-commissie moest de ongestructureerdheid van boot aankopen worden opgeheven en een oplossing worden gezocht voor het mogelijk eindigende bootgebruik van Stilos. Nadat de verhoudingen met Stilos al aardig waren bekoeld, kwam er in 1985 definitief een einde aan het gebruik van Stilosboten. Dit zat er al een tijdje aan te komen en er was dan ook al wat geld gereserveerd om C-materiaal aan te schaffen. In twee jaar tijd wordt het materiaal aangevuld met zeven boten voor de afschrijf vloot. Het vierde lustrum wordt ingeluid op de nieuwjaarsborrel van 1986 met een lustrumweekend Amsterdam Anders met buffet, een Skøll lustrumloterij, een keerboeiwedstrijd en bakriemtrofee.
Tijdens het lustrumjaar 1986 wordt het eerste lustrumboek uitgebracht. Na het vierde lustrum wijzigt de koers van de vereniging. Er wordt getracht het peil van het wedstrijdroeien op Skøll op te krikken. De grootte en de prestaties van een wedstrijdafdeling zijn sterk bepalend voor het beeld van de vereniging naar buiten toe en voor de activiteit op de vereniging zelf. Op dat moment waren er niet meer dan 4 of 5 wedstrijdroeiers. Op de buitengewone algemene vergadering in juli 1988 wordt een beleidsplan wedstrijdroeien gepresenteerd, waarin als doel wordt gesteld het opbouwen van een bredere wedstrijdafdeling.
De nieuwe opzet van wedstrijdroeien levert drie eerstejaars achten in 1989 en in totaal 35 wedstrijdroeiers. Erwin Back is één van deze wedstrijdroeiers. Hij weet binnen één jaar 11 overwinningen te behalen en verwerft daarmee binnen één jaar de status van senioren-A. Tegenwoordig wordt het Backbeest uitgereikt aan de roeier die deze prestatie weet te evenaren, of een uitzending naar een grote internationale wedstrijd heeft gekregen.
Een jaar later, seizoen 1990, zetten Willem van Vugt en Erwin Back hun opmars voort. Willem van Vugt wordt Nederlands kampioen in de dubbelvier, met Rienks, Zwolle en Florijn. Erwin Back wordt Nederlands kampioen in de lichte dubbelvier met Aardewijn, Hanning en Nieuweboer en krijgt een uitzending naar Luzern. Een nieuw blikkenrecord wordt gevestigd: 24 blikken.
Vanaf 1987 begint de ‘botenhuisproblematiek’ een grote rol te spelen op Skøll. De huur die Skøll altijd heeft betaald aan de UvA staat in geen verhouding tot de kosten voor het gebouw. Deze kosten aan het gebouw zijn sinds 1972 altijd betaald door de UvA. De universiteit wil aan deze situatie een einde maken. De universiteit gaat in eerste instantie zeer zakelijk om met Skøll en stelt dat Skøll het 14-voudige huurbedrag moet betalen, dan wel een ander onderkomen moet zoeken. Skøll levert een zware strijd om de universiteit ervan te overtuigen dat zij zich niet zo kan opstellen. Immers, de universiteit heeft destijds de oprichting van Skøll gestimuleerd en het botenhuis o.a. voor Skøll gebouwd. Tijdens de onderhandelingen en gesprekken die met de universiteit worden gevoerd, verbetert geleidelijk de relatie en beschouwt de universiteit Skøll als een bevriende vereniging voor wie zij verantwoording draagt. De commissie ‘Roeien aan de Universiteit van Amsterdam’, waarin leden van Skøll zitting nemen, naast vertegenwoordigers van o.a. de afdeling studentensport en Nereus, beraadt zich over mogelijke oplossingen voor de botenhuisproblematiek. De universiteit heeft, net als voor andere sporten, een budget voor roeien, zodat er structurele steun komt voor de beide studentenroeiverenigingen, Skøll en Nereus.
Het bestuur kookt in 1988 voor het eerst een kerstdiner voor de leden. In 1989 wordt op Skøll de eerste werkactie georganiseerd. Deelname hieraan was vrijwillig en een deel van de opbrengst werd gebruikt voor het werkactie feest.
Het aantal wedstrijdroeiers en tevens het aantal competitie- en clubroeiers is sterk gestegen. De outdoor wordt druk bezocht en er vinden steeds meer roeiactiviteiten plaats, naast de vele andere activiteiten voor en door Skøll.
De vereniging is gegroeid in ledental, actiever geworden en heeft in 1990 een sponsor aan weten te trekken, TSA-OVD (opleidingsinstituut dat trainingen en cursussen verzorgt).
Op 3 november 1991 bestaat Skøll vijfentwintig jaar. Tijdens het lustrumjaar wordt aan de vooravond van de Randstad voor het eerst de TSA-Skøll-sprint georganiseerd. Tevens organiseert Skøll op de Bosbaan, in samenwerking met de NSRF, de Skøll-NSRF-lustrumwedstrijden. Het lustrumjaar krijgt het thema ‘Al vijfentwintig jaar door de wol(f) geverfd’. In een bijzonder slotweekeinde wordt op vrijdag het cabaret ‘De rode draad’ met veel succes gespeeld. Op zaterdag vindt de ouderdag met vlootschouw plaats, op zondag na de Novembervieren wordt het eerste Skøll-gala ‘Do the Harlem Shøffle’ in het concertgebouw in Haarlem gehouden, met een optreden van Lebbis (ex-Skøllie Hans Sibbel en Jansen). De ouderejaars lichte vier loopt op het gala trots met hun blikken van de Novembervieren rond.
De botenhuisproblematiek die reeds eerder aan de orde kwam blijft spelen. De Skøll-vertegenwoordigers Mariëlle Lichtenberg en Raymond Bolten, worden benoemd in de commissie ‘Roeien aan de UvA’ en krijgen toestemming van de Algemene Vergadering, om akkoord te gaan met het rapport ‘Roeien aan de UvA’. Een paar maanden later zijn er echter zoveel tegenslagen binnen de Amsterdamse Studenten Sport (ASS), dat het rapport niet wordt aangeboden aan het College van Bestuur. Het aanbieden van het rapport wordt tot onbepaalde tijd uitgesteld. Er bestaat zoveel onzekerheid over het universitaire botenhuis dat door Skøll wordt gehuurd, dat op 31 oktober 1992 het ‘Fonds ter ondersteuning nieuwbouw’ wordt opgericht. Het fonds heeft tot doel extra geld te werven voor een eventuele nieuwbouw. Een jaar later (1993) stemt de Algemene Vergadering in met een voorstel 50.000 gulden op de spaarrekening te reserveren. De situatie is inmiddels dusdanig gewijzigd dat het geld niet meer nodig is voor nieuwbouw maar nodig is voor het eventuele kopen van het huidige botenhuis.
Met het oog op de overdracht van het gebouw aan Skøll, buigt een werkgroep zich over een eventuele nieuwe organisatievorm voor Skøll. Dit resulteert in de oprichting van het eerste Sociëteit Bestuur (SB). Deze komt op 6 oktober 1994 onder leiding van Eelke Boswijk te staan. Een paar maanden later koopt Skøll het botenhuis van de UvA voor het symbolische bedrag van 1 gulden. Vol goede moed wordt door de leden en een enkele aannemer gestart met de verbouwing van een berghok, keuken, bar, douches, kleedkamers, sociëteitvloer, dubbele beglazing, voorpui en septictank. In 1996 zijn er echter problemen voor het tweede SB. De buren hebben zoveel geluidsoverlast van Skøll, dat er ook problemen zijn gekomen met de stadsdeelraad en de politie. Er komt daarmee voorlopig een einde aan een tijdperk van onbeperkt feesten en verhuur.
In 1991, na goedkeuring van de Algemene Vergadering wordt het zogenaamde automatische incasso voor het lidmaatschap ingevoerd. Naast de contributie komt er ook een sponsorbedrag van ongeveer 20.000 gulden binnen op de rekening van Skøll. Zo sponsort TSA-OVD de roeipakjes, het briefpapier en staat zij vermeld op de boten. De UvA (de relatie met hen is verbeterd) sponsort de Skøll-NSRF-slotwedstrijden en ook Mister Coco’s spekt de rekening van Skøll.
De wedstrijdafdeling bloeit. Zesenveertig wedstrijdroeiers telt Skøll in het seizoen 1992 en in totaal werden negenentwintig blikken behaald. Dit is het jaar waarin Leofwin Visman en Remko Schnieders in de eerstejaars zware acht ‘Hard en Diep’ roeien. Ook in de eerstejaars dames acht ‘Bliksøm’ roeit een toekomstig Olympische medaille winnares: Pieta van Dishoeck. De ploeg van Pieta roeit in de Hati. De eerstejaars lichte acht ‘Achtung’, onder leiding van o.a. Diederik de Boorder blikt op de Nederlandse Kampioenschappen in het eerstejaarsveld. Ouderejaars licht vertrekt half juni naar Engeland, om aldaar de Henley Royal Regatta te roeien. Annemarie Maas wordt Nederlands Kampioen in de lichte dames vier-zonder, een combinatie met RIC. Een paar weken later start zij in dezelfde combinatie in Luzern. Tijdens de halfjaarlijkse AV (6 mei 1993) wordt het Topsport Stimulerings Fonds opgericht. Dit is een fonds om wedstrijdroeiers met extra geld te ondersteunen om te trainen.
In augustus van het jaar 1993 wint Dennis Stroombergen goud op het SB-WK in Griekenland. Samen met roeipartner Sander van de Wissink (Laga) klimt hij op de hoogste trede bij de Nations Cup. In het seizoen 1993 stelt het bestuur twee coördinatoren voor het wedstrijdroeien aan. Reinier de Koning zal de eerstejaars roeiers onder zijn hoede nemen. Joost Hagens begeleidt de ouderejaars roeiers. Het doel van deze coördinatoren is drieledig. Allereerst richten zij zich op de eenheid in de techniek van het roeien, daarnaast houden zij de voortgang van de ploegen in de gaten. Ten derde geven zij advies aan het bestuur en de coach vergadering over de bootverdeling. In datzelfde jaar organiseert de wedstrijdcommissaris voor het eerst voor alle wedstrijdroeiers een wedstrijddiner op Skøll.In 1994 maakt de eerstejaars dames acht een ongekend goed seizoen door. Zij trekken zes blikken en behalen daarmee als eerste eerstejaars damesploeg binnen Skøll de status overgangs. Daarnaast winnen zij het eerstejaars klassement. Eerstejaars zwaar en eerstejaars licht worden respectievelijk tweede en derde in het eerstejaars klassement. Een aantal ouderejaars roeiers haalt diverse uitzendingen binnen. Joost Kolkman, Dennis Stroombergen, Arnoud Beens en Ditmer de Vries roeien de Wedau Regatta in Duisburg met wisselend succes. De SB-roeiers Linda Mebus, Pieta van Dishoeck, Joost Kolkman en Dennis Stroombergen halen reeds vroeg in het seizoen een uitzending naar de Windermere Cup (een achtenwedstrijd) in Seattle. Zij behalen een tweede plaats. Na de slotwedstrijden blijven nog een paar roeiers door trainen. Dennis Stroombergen haalt een uitzending naar Luzern in de H4x. Joost Kolkman gaat met de LSB4x naar de Nations Cup in Parijs. Twee ouderejaars viertjes halen het studenten-WK in Groningen: de LH4- gecoacht door Diederik de Boorder en Jasper Smink start in Groningen en Leofwin Visman, Remko Schnieders en John Uiters kwalificeren zich voor de H8+. Arnoud Beens en Ditmer de Vries seatracen op de Bosbaan om een plaats in de lichte acht. Ditmer de Vries valt uiteindelijk af. Arnoud Beens gaat als eerste roeier van Skøll naar een WK. In Indianapolis haalt de lichte acht op het WK een vierde plaats in een tijd van 5:35.49.
Het Overnaedsch Geweldschap (een gezelschap van roeiers, die de Varsity gestart hebben in Den Overnaedschen Twee) stelt een wisseltrofee beschikbaar: Den Overnaedschen Kelck. Deze wordt ieder jaar opnieuw uitgereikt aan de wedstrijdroeiers die ‘het beste’ gepresteerd hebben. Arnoud Beens en Ditmer de Vries zijn de eersten die de Kelck in ontvangst mogen nemen.
Een jaar later, in het seizoen 1995 wordt een recordaantal van 60 blikken gehaald. Skøll heeft wederom een goede eerstejaars damesacht, met vele overwinningen, o.a. op de Head, Randstad en ARB. De andere eerstejaars ploegen presteren wisselend. Van de tweedejaars roeiers zijn Dirk Mutsaerts en Roel van der Hoeven het meest succesvol. Samen met twee Euros roeiers worden zij in de SB4- uitgezonden naar de Nations Cup in Groningen, waar zij een tiende plaats behalen. Ook Derk Fontein en Machiel Koper presteren goed in het SB-veld en verdienen in hun eerste Skølljaar een uitzending naar de Nations Cup in de SB4x, met als resultaat een 5e plaats.Vier ouderejaars roeiers bezoeken het WK in Tampere. Joost Kolkman haalt als slag van de LH4x een 8e plaats. De LH4- met Arnoud Beens presteert in Luzern onvoldoende om zich te kwalificeren voor het WK. Uiteindelijk kan Arnoud Beens samen met Marc Emke nog wel naar het WK in de LH2-. Zij worden, na een korte voorbereidingstijd, elfde.
Leofwin Visman en Remko Schnieders gaan mee naar het WK, als reserve twee voor de Holland Acht. In 1996 op het WK in Strathclyde behalen zij brons in de H2+.
Pieta van Dishoeck probeert zich in 1996 in de dubbelvier te roeien, die zal uitkomen op de Olympische Spelen in Atlanta. Zij haalt op het laatste moment deze uitzending niet.
De Bokaal der clubquadruples is ingesteld door het bestuur 1992-1993, als nieuwe stimulans voor het club dubbelvieren. Reden is dat de Heineken-organisatie vanaf dat jaar wegens tijdgebrek geen veld voor clubquadruples meer kent.Voor regio- en competitieroeiers wordt op zondagmiddag de roei-instuif geïntroduceerd. Iedereen die wil leren roeien in C1, is dan welkom. Daarnaast wordt er in mei 1993 het zogenaamde ‘stapelplan’ voor competitieroeiers in het leven geroepen. Dit plan is een opstapje voor iedereen die in het jaar erop fanatieker wil gaan roeien.
In dezelfde periode oppert het bestuur in een BAV het eerstejaars clubachten af te schaffen. Dit plan viel bij veel mensen rauw op het dak en wordt afgewezen. Na deze BAV wordt een commissie herstructurering clubroeien opgericht, met als doel duidelijkheid te verkrijgen in de verhouding clubroeien en wedstrijdroeien.
In 1994 organiseert Skøll met succes de eerste Skøll cup op de Bosbaan. Inmiddels is deze wedstrijd uitgegroeid tot één van de grootste competitiewedstrijden.
Skøll maakt een explosieve groei door. Veel aankopen van met name tweedehands boten volgen, bijv. de Canadese Olympische gouden acht (Gulltoppr). Skøll koopt zijn eerste nieuwe Empacher acht, de Falhofnir, beter bekend als de Pepsi-acht.
De materiaalcommissie krijgt de beschikking over een werkplaats, daarvoor werd er gewoon in de loods gewerkt. Dit gaf de omslag van reparatie naar gepland onderhoud weer. Door de sterke toename van het aantal boten, komt de materiaalcommissaris aan structureel onderhoud van boten niet toe. Een onderhoudsplan voor een projectmatige aanpak van het botenonderhoud wordt geschreven en voorziet in een werkstappenschema en tijdschema. Begin jaren negentig nemen voor het eerst twee materiaalcommissarissen zitting in het bestuur, Niels Kuethe en Jacco Veldhuizen.
De lente-introductie wordt voor het eerst georganiseerd in het voorjaar van 1993. Tijdens de HIC van 1995 melden zich 260 nieuwe leden aan. Gezien de beperkte capaciteit (max 200) wordt een wachtlijst ingesteld.
De opening van het 6e lustrum van Skøll genaamd ‘Al dertig jaar een streepje door’, wordt groots gevierd met een spetterend feest in de loods. Er worden veel activiteiten georganiseerd, onder andere de ARB-Skøll-lustrumwedstrijden en de oude-achten-dag. Skøll gaat op weg naar de viering van haar dertig jarig bestaan op 3 november 1996.
Op 3 november 1996 viert Skøll haar dertigste verjaardag. Als afsluiting van een jaar lustrum, worden nog twee feesten georganiseerd. De Hot & Horny party begint in verband met de nog steeds voortdurende vergunningen problematiek om 18.00 uur, maar wordt desondanks een groot succes. Hett laatste weekend van het lustrum is gevuld met cabaret ‘De ølijke vijfling’, een ouderdag met vlootschouw en op zondag 3 november een afsluitend gala ‘De vier jaargetijden’ in Delft. Skøll is een dertiger geworden en gaat op weg naar het volgende lustrum.
Onder leiding van de verschillende SB’s en V&O (verbouw & Onderhoud) wordt er flink aan het gebouw gesleuteld. Leden van de gebouwcommissie bouwen nieuwe vlotten van hardhout. De namen van de makers staan aan de onderkant van het vlot. De kosten van deze vlotten bedragen 60.000 gulden. Ook de boeiboorden rondom het gebouw worden vervangen en de dakrand wordt verbeterd. De herentoiletten krijgen een nieuw aanzien, met een heuse ‘pisbak’. In de zomer van 1998 wordt de loods voorzien van nieuwe botenstellingen. Hierna vervangt de gebouwcommissaris van het laatste SB de muur op het balkon en wordt de keuken verbouwd. Tijdens de BAV in juni 2000 stemt de vereniging in met de aanleg van geluidsisolatie. Zo hoopt Skøll voor goed de problemen met buren en politie onder controle te krijgen.
Het contract met hoofdsponsor OVD eindigt na zes jaar hoofdsponsorschap in 1996. In 1997 sponsort Atlas Venture de aankoop van een zware vier-zonder, door Skøllies de ‘Atlas-vier’ genoemd.
Vanaf seizoen ’97-’98 heeft Skøll weer een nieuwe hoofdsponsor. Gedurende twee jaar zal het VISA-logo pronken op de pakjes, de oproei-jasjes, de boten, de riemen en het briefpapier. Na twee jaar sponsoring wordt het contract niet verlengd. Leeuw Bier, sponsor sinds het eerste SB, blijft de leverancier van het gele vocht dat op Skøll gedronken wordt. Eind 1997 tekenen beide partijen een nieuw contract en krijgt Skøll naast een sponsorbedrag ook nieuw meubilair. Tevens sponsort Fjällraven twee maal de Skøll-sprint aan de vooravond van de Randstad. Als Skøll besluit deze sprint af te schaffen, eindigen vooralsnog de contacten met Fjällraven.
Skøll telt in 1997 58 wedstrijdroeiers, 32 coaches en 67 blikken worden binnengehaald. De eerstejaars dames winnen de Head en worden overgangs. Eerstejaars zwaar lijkt de eeuwige tweede plaats te reserveren. Eerstejaars licht presteert het gehele seizoen matig en blijft blikloos. De ouderejaars licht acht daarentegen is de absolute topper van het jaar. Zij winnen de Heineken en Head en vieren vele andere overwinningen. Als afsluiting van het seizoen roeien zij de Henley Royal Regatta. Machiel Koper start de Nations Cup in de SB8+ en eindigt als tiende.
Pieta van Dishoeck wint in 1997 de Randstad en behaalt daarmee na vele roei-jaren de senioren-A status. Op het WK in Aiguebelette (Frankrijk) start zij in de dubbeltwee met Eeke van Nes en wordt vierde. Marieke Pronk, tweedejaars wedstrijdroeier, start hier ook, in de D2- behaalt zij een vijfde plaats. Esther Devilee roeit zich met de D8+ naar een achtste plaats. Derk Fontein verkrijgt een 7e plaats in de H4x.
Alledrie de eerstejaars achten winnen in 1998 de Randstad, een succesvol weekend voor Skøll. Aan het eind van het seizoen zijn een aantal Skøllies weer verzekerd van een internationale uitzen-ding. Evert Groen mag in de LSB2x (combi Argo) naar de Nations Cup in Griekenland, zo ook Marije Deutekom in de DSB2- (combi Nereus). Marije bezoekt ruim een maand later in de D4- ook het FISU-WK. Ook Daniël Haveman en Machiel Koper reisden af naar Griekenland. Zij startten respectievelijk in de skiff en de dubbelvier. Robbert van de Veen en Steven Sjenitzer roeien in Zagreb op het FISU-WK in de H8+.
Pieta van Dishoeck wint het hele jaar door het ene na het andere blik. Met haar roeipartner Eeke van Nes (Die Leythe) wint ze de World Cup in de dubbeltwee. Op het WK in Keulen finishen ze als tweede, 0.9 sec na de Britten. Daarmee behaalt Pieta, na een bronzen plak op het WK in 1996 (Leofwin en Remko), nu een zilveren medaille voor Skøll.
Eerstejaars zwaar 1999 verliest bijna geen enkele wedstrijd. Met negen blikken, waarvan zes kwalificerend, worden zij geprezen binnen de roeiwereld. De eerstejaars dames worden met drie blikken overgangs en eerstejaars licht wint zijn enige blik van het seizoen op de Varsity.
Bij de ouderejaars roeiers zijn het Aukje Zuidema en Pieta van Dishoeck die een internationale uitzending verdienen. Aukje Zuidema start in de lichte dames dubbelvier in Luzern en behaalt daar een tweede plaats. Enige weken later start zij met Kirsten van der Kolk van Nereus in de LD2x in Kopenhagen. Pieta van Dishoeck behaalt bij het WK in St. Catherines (Canada)een bronzen medaille. Zij en Eeke zien de Duitsers en de Chinezen voor zich finishen.
In het eerste seizoen van de 21e eeuw springt geen van de drie eerstejaars ploegen eruit. Alledrie roeien ze een redelijk goed seizoen met plaatsen bovenaan in het eerstejaars klassement. De ouderejaars doen meer van zich spreken. Hurnet Dekkers laat reeds vroeg in het seizoen zien dat zij over veel pk’s beschikt. Als tweedejaars roeister wint ze de Nederlandse ergometer kampioenschappen en verkrijgt daarmee een startbewijs voor het WK ergometeren in Boston. Hier eindigt zij op een vijfde plaats in een nieuw Nederlands record 6.42.20.
Voor het eerst wordt bij de ouderejaars een zogenaamde beste vier gevormd. Een boot die samengesteld wordt, onafhankelijk van het aantal jaren wedstrijdroeiervaring. De A-vier van ouderejaars zwaar met Robbert van de Veen, Steven Sjenitzer, Tjerk Gualtherie van Wezel en Okeanied Erik Landman, kwalificeert zich voor het FISU-WK in Poznan (Polen) en wint hier goud in de acht. Zij worden gecoacht door Arnoud Beens.
De ouderejaars dames vier-zonder verdient uiteindelijk ook een uitzending naar het FISU-WK, door op overtuigende wijze Okeanos te verslaan op de Hollandia. Deze dames vier met Janneke Goudswaard, Klaartje Groot, Nienke Hommes en Hurnet Dekkers neemt een bronzen medaille mee naar huis. Zij worden gecoacht door Ivo Visser, Jasper Smink en Frans Schrijver.
Pieta van Dishoeck en Steffen de Vries zijn de eerste Skøllies die naar de Olympische Spelen (Sydney) gaan. Pieta van Dishoeck roeit hier met Eeke van Nes in de dubbeltwee. In de herkansingen plaatsen zij zich voor de finale. De dag ervoor hebben zij zich in de acht al rechtstreeks voor de finale geplaatst. Tijdens de finale van de dubbeltwee roeien Pieta en Eeke zich via een vierde plaats naar een derde en uiteindelijk via een goede eindsprint naar een tweede plaats. Alleen de Duitsers moeten zij voor laten gaan. Pieta van Dishoeck wint een zilveren medaille op de Olympische Spelen in Sydney. Een dag later blijkt het feest nog groter te worden. Ook de finale in de D8+ levert een zilveren medaille op. De felicitaties voor Pieta van Dishoeck en haar teamgenoten en coach Steffen de Vries zijn welverdiend. Skøll mag trots zijn op deze twee ereleden.
De werkgroep professionalisering inventariseert in 1998 de mogelijke en noodzakelijke verbeteringen voor de wedstrijdafdeling van Skøll. Tijdens de halfjaarlijkse AV discussiëren betrokkenen over het wel of niet aantrekken van een betaalde coach. Uiteindelijk wordt het voorstel voor de introductie van een coachraad voor de wedstrijdafdeling aangenomen en een betaalde coach is daarmee voorlopig van de baan. De discussie omtrent betaald coachen wordt nog geen twee jaar later heropent. De financiële middelen zijn nog niet gevonden, Skøll staat echter wel open voor de wellicht onvermijdelijke optie van een betaalde opleidingscoördinator.
In 1997 behaalt de eerstejaars dames clubacht Møskøløs vele overwinningen. Evenzo de herenclubacht Natte Drome (’99) en STC (2000). Ieder jaar is er ook onder de competitieroeiers minimaal één ploeg die van zich doet spreken. In ’96 was dit Quo Vadis, in ’97 Lang en Hard HC4+. Vores Ønskedrøm(HC4+) en Scrutate (DB4+) overheersen het competitieveld in seizoen 1998. In 1999 vegen de Aemsteldissers (HB4+) het veld aan, zoals Skønk (DC4+), Gatte Gette(DC4+) en de Rukkers (HC4+) in 2000.De competitieafdeling van Skøll beslaat bijna twee-derde van het totaal aantal leden. Ook hier streeft Skøll een professionelere werkwijze en betere begeleiding na. In navolging van de wedstrijdafdeling stelt Skøll hier een adviesorgaan voor coaches in, de competitieraad. Daarbij probeert Skøll zijn competitieroeiers ook in de winter meer te bieden, in de vorm van een competitie-indoor op Skøll, gegeven door Skøllleden. En de competitiecommissie organiseert begin maart een trainingsweekend voor competitieroeiers.Een nieuw fenomeen is de instapclubacht. Een acht samengesteld uit ex-wedstrijd- en ex-clubachtroeiers die de Head en de Heineken varen. Zowel in 1998, 1999 als 2000 bleek dit voor Skøll zeer succesvol. Een lastig punt blijft echter welke boot voor hen beschikbaar is.
Met de steeds hogere eisen die worden gesteld aan het materiaal, blijft de druk op de materiaalcommissaris hoog. Ieder jaar besteed Skøll gemiddeld 90.000 gulden aan de aanschaf van materiaal. In 1998-’99 werd een recordbedrag van 153.000 gulden uitgegeven. In ’95-’96 verricht het materiaalkader, bij het ontbreken van een materiaalcommissaris, grotendeels het werk. Maar ook in de jaren erna lukt het de materiaalcommissarissen niet om voldoende tijd aan groot onderhoud te besteden. De Task Force Materiaal wordt ingesteld ter ondersteuning van de materiaalcommissaris. Na een jaar Task Force Materiaal (TFM) is geconcludeerd dat Skøll voorlopig twee bestuurders nodig heeft op het materiaalcommissariaat.
Nadat Skøll gedurende vijf jaar een Algemeen en een Sociëteit Bestuur heeft gehad, gaat Skøll weer terug naar één bestuur. Vijf jaar nadat Skøll het gebouw in eigen beheer kreeg zijn er immers veel zaken veranderd. Zo is er veel groot onderhoud gepleegd, draaide de sociëteit in ’97-’98 voor het eerst winstgevend, werd de Head en Heinekencommissie opgericht evenals het Beheer. Skøll lijkt daarmee weer klaar voor één bestuur.
In 1998 start de werkgroep ‘Bestuursstructuur’ met het zoeken naar een nieuwe structuur voor de leidinggevende van Skøll. Op de AV in oktober 1998 wordt het voorstel ‘Besturen doe je samen’ aangenomen. De uitkomst van het voorstel is dat met ingang van het bestuursjaar 1999-2000 Skøll weer door één bestuur geleid worden. Belangrijk blijft de inzet van alle Skøllleden om Skøll draaiende te houden, dit met behoud van de uitstraling die Skøll had in de vijf ‘SB-jaren’.
Skøll krijgt in februari 1999 een nieuwe stamkroeg:’Café Havelaar’ in de steeg. Dankzij het werk van de Havelaarcommissie kost een biertje op dinsdagavond slechts fl 2,50 (euro 1,15).
In 2001 organiseert Skøll de NSRF slotwedstrijden, omdat de de Bosbaan op dat moment verbreed wordt, moest er naar een andere locatie worden gezocht. De keuze viel op de Sloterplas. Het werd een prachtig weekend vol roeien. Met als voorbeeld de Rotsee Regatta in het achterhoofd, werd een van de beste wedstrijden in de afgelopen jaren georganiseerd.
In 2001 haalt Aukje Zuidema een zilver medaille in de lichte dames dubbelvier op de World Cup in München en bronzen medaille in hetzelfde veld op de wereldkampioenschappen in Luzern. Wolter en Wesley veroveren een plaats in de Lichte Holland Acht en behalen met deze boot zilver in München en een 7e plek op het WK in Luzern. Hurnet Dekkers trekt op het WK IndoorRoeien in Boston blik in een tijd van 6.35.4. Op de World Cup in München werd ze 5e in het dubbelvieren veld.
In de zomer van 2001 wordt er een zware Skøll acht uitgezonden naar de Royal Henley Regatta. Zij blijken zeer succesvol, met het behalen van de halve finale eindigen zij boven alle verwachtingen. Met een paginagroot artikel met een prachtige foto van de acht in actie in de Daily Telegraph eindigt een mooie week roeien.
Eerstejaars licht van 2002 presteert goed en behaalt zes blikken, de rest van de eerstejaarsachten blijft al enkele jaren achter. Op de Head wordt door de ouderejaars dames het 1e divisie veld gewonnen, waarmee voor de eerste keer de blauwe wimpel het gebouw aan de Jan Vroegopsingel tooit.
Marlies Smulders, Nienke Hommes en Melina Bus worden vierde in het dubbelvieren veld op de World Cup in Hazewinkel. Op de World Cups in Luzern en München eindigen zij respectievelijk als 7e en 4e. Op het WK in sevilla wordt een 8e plek behaald. Annemiek de Haan wordt op het Senioren B WK 5e in de vrouwen dubbeltwee samen in combinatie met Nereus, na daarvoor blik te hebben getrokken op de Internationale Wedau Regatta. Hurnet Dekkers trapt in dit jaar een nieuw wereldrecord van 6.30.6 op de ONEK. In de skiff behaalt ze op de world cup in Hazewinkel een 4e plek en in Luzern een 4e plek in de B-finale. Op het WK in Sevilla behaalt ze een 3e plek in de B-finale. Wesley van Breda behaalt in de lichte acht een bronzen plak op de World Cup in Luzern. Tijdens de selectietest trapte hij een nieuw Skøll ergometer record; 6.11.1 Wolter Blankert behaalt een 3e plek in Luzern en een 1e plek in München. Op het WK in Sevilla wordt brons gehaald. In de zware divisie scherpt Matthijs het Skøll ergo record aan naar 5.58.3. Daarnaast wordt hij 1e in de B-finale op de World Cup in Hazewinkel in de skiff en behaalt een 4e plek in de B-finale in de mannen dubbeltwee op de World Cup in München (combi Nereus). In Sevilla mag Matthijs plaatsnemen aan boord van de vier zonder, het vlaggenschip. Met deze boot behaalt hij op de WK de 5de plaats. Op het FISU WK slaat Robin Puls de zware acht voor en leidt ze naar het zilver.
In 2003 organiseert Skøll samen met de RV de Maas uit Rotterdam, de KNRB en de Holland Beker Wedstrijd Vereeniging voor het eerst de oudste en grootste Nederlandse internationale roeiwedstrijd, de Holland Beker. Daarnaast legt Skøll, na een Buitengewone Algemene Vergadering, voor het eerst een oude vier aan de start van de Varsity. Voor het eerst wordt de CATCH georganiseerd, een commissie die zorg draagt voor het vinden van ploegen en coaches voor de eerstejaars competitieroeiers. Omdat het aanzien van de Havelaar binnen Skøll tanende is komt er een nieuw borrelcafe, café Maarten. Met behulp van vele leden wordt de oude bar afgebroken en wordt de grootste bar van roeiend Nederland gebouwd.
De lichte dames Katrien Hautvast en Annemarie Dijkstra draaien onder bezielende leiding van de coaches Floris Hekster en Roemer Claassen een buitengewoon goed seizoen, waarin onder andere het zware dames 2- record sneuvelt. Annemarie Dijkstra behaalt op Senioren B WK een 7e plek in de lichte dames dubbeltwee. Voor het eerst in de historie van Skøll en voor het eerst sinds jaren in de geschiedenis van het Nederlands roeien wordt een een vereniging dubbelvier afgevaardigd naar de Wereldbeker in Luzern en het WK in Milaan waar respectievelijk een 5e en 9e plek wordt behaald. Annemiek behaalt op het Senioren B WK in Belgrado een 5e plek in de dubbelvier. Wolter behaalt op de Wereldbekerwedstrijden in München zilver in de dubbelvier en een 4e plek in Luzern. Op het WK in Milaan behaalt hij in combinatie met Njord, Nereus en de Amstel wederom een 4e plek. Wesley eindigt in combinatie met Skadi op een 15e plek in de 2- op de Wereldbeker in Milaan. Matthijs behaalt op de wereldbeker in Luzern een 12e plek en in Milaan een 19e plek in de dubbeltwee (combi Nereus). In 2003 wordt er een ambitieus project opgezet voor afgevallen roeiers uit de KNRB selecties, buiten de bond om wordt er een acht gemaakt met daarin Tjerk Gaultherie van Weezel. Deze underdog acht verslaat hetzelfde jaar op het NK de acht met daarin de vedettes van het Nederlandse roeien, het nieuwe project krijgt faam. In Luzern behalen zij een 4e plek en in Milaan een 13e plek. Dit jaar behaalde een record aantal roeiers de SA status.
Op de Olympische spelen in Athene behaalt Matthijs Vellenga in de herenacht een zilveren plak, de damesacht met daarin Hurnet, Nienke, Annemiek en Marlies mogen een bronzen plak ontvangen. Een prestatie die op Skøll nog nooit vertoond is.
In 2019 is de lustrumverbouwing van ons gebouw afgerond, een project waar vele jaren aan gewerkt is door ontelbaar veel mensen. Jorrit Broertjes, projectleider en Commissaris Gebouw van bestuur ’11, heeft een overzicht gemaakt van de betrokkenen.